Fleur is een vrolijke meid van 9 jaar. Er is bijna altijd wel een lach te zien op haar gezicht en ze benadert de meeste dingen in haar leven met een flinke dosis humor. Hierin is ze ook erg aanstekelijk zodat we regelmatig samen moeten lachen. Fleur volgt bij mij een Daviscounseling omdat ze zich o.a. graag beter wil kunnen concentreren. In de klas is ze snel afgeleid en krijgt ze opdrachten niet binnen de gestelde tijd af. Ook tijdens het werken in mijn praktijk, in een één op één situatie, is Fleur regelmatig afgeleid. Ze speelt vaak met iets in haar handen en soms lijkt het wel of dat dan een eigen leven gaat leiden. Dan ziet ze ineens een (grappige) mogelijkheid van het materiaal en gaat daar vervolgens helemaal in op. Wat ik haar op dat moment aan het vertellen ben krijgt ze niet meer mee…Of er komen afleidende gedachten. Beelddenkers zijn heel sterk in associatief denken. Woorden roepen beelden op en die beelden weer herinneringen aan soortgelijke momenten. Zo kon Fleur bij het kleien van de letter T de gedachte aan een kop thee krijgen, en dat ze dat altijd samen met mama doet als ze uit school komt, oh ja, maar nu is ze niet op school. Wat zouden ze op dit moment aan het doen zijn in de klas? Enzovoort. Ondertussen waren we dan al weer 10 minuten verder en was de letter nog niet gekleid. Onbewust verloor Fleur dus heel veel tijd tijdens het werken aan een opdracht. Tijd voor een POPtalk gesprekje! Ze mag, nadat we beiden een poppetje voor onszelf hebben uitgekozen en tegenover elkaar hebben geplaatst, vertellen wat ze bij mij komt leren. Terwijl ze vertelt zijn haar handen voortdurend met haar poppetje bezig. Ze haalt de attributen eraf, speelt en schuift er mee. Ondertussen praten we over wat concentratie is. Dan veert ze op en zegt dat ze zich moeilijker kan concentreren als ze friemelt aan iets. Zoals nu! Als ik naar een oplossing vraag zet ze resoluut de losse spulletjes aan de kant en haar poppetje recht tegenover die van mij. Voor Fleur is concentratie dat je o.a. goed kunt opletten en luisteren. Ze bedenkt dat elkaar aankijken dan wel beter is. En bij het kleien van woorden heeft ze geleerd dat je je bij het onderwerp moet houden, dus niet laten afleiden door andere gedachten!
Ik vertel Fleur dat mij nog iets is opgevallen. Ik zet het poppetje van een clown naast haar neer. Fleur weet meteen wat ik bedoel: dat ik vaak grapjes maak zeker? Ik vraag haar of ze weet wat dit met haar concentratie doet. En ook dat weet ze me prima te vertellen. Het leidt af…Betekent dat dan dat je nooit meer grapjes mag maken? Gelukkig niet. Grappen maken hoort bij Fleur maar het is niet handig als ze het overal doet. Dus in welke situatie past het om grappen te maken en wanneer niet?